“Ik heb hier alles wat ik nodig heb”

"Ik ben 100 jaar geworden en dat is op de campus Sint-Jozef gevierd geweest. Zowel in het woonzorgcentrum als bij de bewoners van de assistentiewoningen, want ik heb een dubbele functie hier: naast bewoner, ben ik van oudsher vrijwilliger. De viering werd door ‘het huis’ op poten gezet en de genodigden waren de 50 vrijwilligers en de 48 bewoners van de assistentiewoningen die Sint-Jozef telt."

 

"Ik woon hier nu exact één jaar. Als vrijwilliger kwam ik hier alle dagen, al jaren.
Het was dan ook evident dat ik voor een assistentiewoning van Sint-Jozef koos."

 

"Mijn kinderen hebben mee geholpen met de verhuis. Ik ben op voorhand naar de woning komen kijken en heb zelf alles opgemeten. Bij de verhuis heb ik helpen opladen, de kinderen hebben alles in de woning gezet zoals ik het op plan had uitgetekend."

Bij mijn verhuis naar de assistentiewoning ben ik vrijwilliger gebleven. Ik zorg nog steeds voor de literatuur in huis.

"In de cafetaria hebben we een grote boekenkast waar iedereen boeken kan uitlenen. Er is een schrift aanwezig waarin je kan noteren welk boek je hebt geleend. Ik volg het uitleenpatroon op en zorg er voor dat de boeken terug op hun plaats komen. Daarnaast ga ik ook wekelijks met de boekenkar rond in het woonzorgcentrum. De kar is gevuld met een zelf samengestelde selectie boeken, ondertussen ken ik de mensen hun literatuursmaak. Op vraag neem ik een specifiek boek mee. We hebben ook een uitleensysteem met de bibliotheek van Lier: grootletterboeken en cassettes met verhalen kunnen we uitlenen maar ook omgekeerd, de bibliotheek kan ook bij ons terecht voor bepaalde exemplaren."

 

"De stad in trekken doe ik niet meer maar ik heb op de campus van Sint-Jozef alles wat ik nodig heb: In de mooie kloostertuin maak ik iedere ochtend een wandeling, ’s morgens heeft mijn lichaam zuurstof nodig. Voor de bewoners van de assistentiewoningen is er een wasruimte voorzien. De was doe ik nog zelf. Aan het onthaal kan ik jetons voor de wasmachine en een zakje waspoeder halen. Zelf koken doe ik niet meer. ’s Middags eet ik een warme maaltijd in de cafetaria, samen met enkele bewoners. Sommige bewoners van de assistentiewoningen kiezen er voor een warme maaltijd op hun kamer te nuttigen, dat kan ook."

 

"Één van de zwartzusters, Zuster Kristine, woont bij mij in het gebouw op een assistentiewoning. Zij zorgt regelmatig voor gemeenschappelijke activiteiten in onze ontspanningsruimte zoals kaarten, film,… of ze organiseert ook graag eens een uitgebreider etentje. Zo was er met Pasen een zeer rijkelijke lunch die tot laat in de namiddag duurde, het was leuk om met iedereen in een feestelijke setting bij te praten."

 

"Als ik te zorgbehoevend word, zal ik geen moment twijfelen om de overstap naar het WZC te maken, wat moet dat moet. In de assistentiewoningen kan je enkel blijven als je je nog zelfstandig kan behelpen, zodra dat niet meer gaat, moet je de overstap maken."